Vertalingen faire de la course FR>DE
faire de la course (ww.) | laufen (ww.) ; rasen (ww.) ; schnelllaufen (ww.) ; spritzen (ww.) ; spurten (ww.) ; traben (ww.) ; wettlaufen (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `faire de la course`

Voorbeeldzinnen laden....